zaterdag 25 oktober 2014

Kleinste handkrachtsensor ter wereld

Het is de kleinste handkrachtsensor in zijn soort ter wereld en hij is nuttig voor het meten van de motoriek bij patiënten die moeten revalideren, of hoe de daadwerkelijke belasting is bij het verrichten van fysieke arbeid en zelfs om te meten hoe een sporter, bijvoorbeeld een speerwerper of een kogelstoter zijn techniek kan verbeteren. Het prototype is gereed en UT-promovendus Robert Brookhuis is in gesprek met de industrie om het product daadwerkelijk op de markt te krijgen. Hij promoveerde op 17 oktober.

Het is een extreem platte krachtsensor. Hij is kleiner dan een vingertop en kan de krachten meten die je met een hand kunt uitoefenen. Een hand is een krachtig instrument je kunt objecten beetpakken en verplaatsen hem op vele manieren draaien, schuiven over een plat vlak of er een klap mee uitdelen. Op dit moment zijn er nog geen sensoren verkrijgbaar die klein genoeg zijn om de krachten te kunnen meten tussen de vingers en een vastgepakt object. De handkrachtsensor van Brookhuis is daarmee de eerste in zijn soort.
 

Vele toepassingen

Zo'n kleine sensor kan in een handschoen of prothese worden verwerkt, maar bijvoorbeeld ook in de trappers van een fiets, onder een schoenzool, of achter een aanraakscherm. De sensor meet niet alleen de totale kracht, maar ook de richting waarin deze wordt uitgeoefend, wat voor veel toepassingen van belang is.
 

Proefschrift

In zijn proefschrift beschrijft Brookhuis het ontwerp, de realisatie en de karakterisatie van krachtsensoren die geschikt zijn voor de genoemde toepassingen. Het doel van deze sensoren is het meten van interactiekrachten op de hand tijdens het hanteren van objecten. In combinatie met bewegingssensoren, die eveneens op de hand zijn geplaatst kan er een afschatting worden gemaakt van het mechanisch vermogen tijdens een handeling. Dit systeem kan vervolgens worden ingezet voor het optimaliseren van taken die de hand uitvoert, en is dus bijvoorbeeld toepasbaar in de sport, maar ook tijdens revalidatie bij het aanleren van een bepaalde taak. 
 

STW Demonstrator

Het onderzoek is dermate succesvol dat Brookhuis met een speciale STW demonstrator subsidie de kans kreeg om het resultaat uit het onderzoek door te ontwikkelen tot een robuust prototype. Daarmee wekt hij de interesse vanuit de industrie om de sensor daadwerkelijk als product op de markt te zetten.
 
Robert Brookhuis verdedigde zijn proefschrift: "Miniature Force-Torque Sensors for Biomechanical Applications" op vrijdag 17 oktober . Het onderzoek valt onder het instituut Mesa+ en het instituut Mira.

Bron: Engineers Online

maandag 20 oktober 2014

Met 1 arm en 1 been op de cover van Men's Health

In 2005 werd sergeant Noah Galloway op kerstdag wakker, 6 dagen nadat hij in Irak zwaargewond geraakt was, in een ziekenhuisbed met twee ledematen minder. "Het voelde voorbij voor mij", en 5 jaar lang deed hij niets anders dan "thuis zitten, drinken, roken en slapen". In 2010 vond hij dat hij genoeg medelijden met zichzelf gehad had. Die ommekeer resulteerde nu in de cover van de novembereditie van Men’s Health.
 
Galloway is intussen 33 en heeft 3 kinderen. In het fitness- en gezondheidstijdschrift voor mannen praat hij over zijn "transformatie":

"Toen ik op een gegeven moment voor de spiegel stond, zag ik wat er overbleef van mij als man: een onverzorgd, futloos, bleek en met bier gevuld figuur. Ik was zo bezig met wat ik verloren had, dat ik niet zag wat ik wél nog kon doen. Dat spiegelbeeld betekende de ommekeer."

 
facebook.com
 
"Maar ik schaamde me zo toen ik de eerste keer de fitnesszaal binnenstapte. Ik zocht een zaal die 24 uur per dag open was en ging dan omstreeks 2 uur ’s nachts, wanneer niemand anders aanwezig was. Ik moest dan ook van nul beginnen."

"Want hoe doe je een push-up met één arm? Ik moest creatieve oplossingen verzinnen, maar met vallen en opstaan lukte het me. Steeds opnieuw werd ik wel ergens door verrast. En het ging steeds beter, tot ik na 6 maanden merkte van: "Man, dat ziet er goed uit." Daarna ben ik dan beginnen joggen, eerst 5 km, dan steeds meer. Intussen heb ik 3 marathons gelopen."

"Als ik nu terugkijk, dan maakt die depressie van toen me bang. Dat wil ik nooit meer meemaken. Daarom doe ik nu ook zo gretig verder, omdat ik de tijd van toen niet meer wil meemaken. Mensen moeten meer zien dan mijn verwondingen."

"Natuurlijk zijn er nog moeilijke dagen. Maar ik wil daar niet bij stilstaan, want dat maakt alles nog erger. Ik weet dat dat dipje voorbij zal gaan en dat het weer beter zal gaan."


Bron: De Redactie

zondag 19 oktober 2014

Eerste minister met één arm?

Een vrouw met één arm die advocaat en minister is geworden, het is toch wat! Hoewel het van geen enkel belang is, wordt het feit dat Marie-Christine Marghem één arm heeft toch genoemd in dit artikel. Weliswaar niet meteen in de eerste alinea, dat vind ik al een hele vooruitgang, maar wel in de titel van de laatste alinea. Terwijl er toch echt meer andere informatie in de alinea staat.....


Met Marie-Christine Marghem treedt voor het eerst iemand met een verleden bij het voormalige MCC toe tot een regering. De 51-jarige justitie-specialiste uit Doornik wordt minister van Energie. 

Marghem, die in 1963 werd geboren in Doornik, studeerde af als licentiaat in de rechten en stapte in 1994 in de politiek. Ze deed dit toen nog onder PSC-vlag, de christendemocratische partij die in 2002 omgedoopt werd tot het cdH. Marghem veroverde toen voor de PSC een zitje in de gemeenteraad van haar geboortestad.

Kritisch voor Turtelboom
Later verliet Marghem de partij, in het spoor van voormalig PSC-voorzitter en huidig MR-coryfee Gerard Deprez, die in 1998 het MCC (Mouvement des Citoyens pour le Changement) oprichtte. Deprez was er eerder niet in geslaagd een alliantie te smeden tussen het sociaal-christelijke PSC en het liberale PRL (Parti Réformateur Liberal), en koos met het MCC zijn eigen weg. Het MCC ging voor de verkiezingen van 1999 wel een alliantie aan met de PRL en het FDF, de latere MR.

Sinds 2003 zetelt Marghem voor MR in de Kamer. Met haar juridische achtergrond en ervaring als advocate was ze vooral actief in de commissie Justitie. Daar toonde ze zich af en toe kritisch voor het beleid van minister Annemie Turtelboom, die nochtans ook uit de liberale familie komt. Ze is ook een van de MR-parlementsleden die tegen het wetsvoorstel rond euthanasie voor minderjarigen stemden. Sinds de ‘moeder aller verkiezingen’ is ze ook voorzitter van de commissie Justitie. Van 2011 tot 2012 zat ze al aan het hoofd van de bijzondere Dexiacommissie.

Eén arm
Op lokaal vlak geldt Marghem als een van de sterke figuren in Doornik. Tussen 2000 en 2006 was ze er schepen van Financiën, en bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 haalde ze 7.911 voorkeurstemmen: 500 meer dan minister-president en later burgemeester Rudy Demotte.
Naast haar politieke activiteiten blijft Marghem nog actief als advocate. Zo probeerde ze tot voor kort nog zeker één keer per week te pleiten. Opvallend is ook dat ze slechts één arm heeft.

Bron: De Standaard

zaterdag 18 oktober 2014

Handprothesen die kunnen ‘voelen’

Het is wetenschappers gelukt om een Zweedse patiënt ‘gevoel’ te geven in zijn prothese. De nieuwe prothese, waarbij ook elektroden worden ingebracht in het lichaam, biedt nieuwe hoop aan patiënten. Mogelijk kunnen ze hierdoor weer dingen doen die tot nu toe onmogelijk leken.

In januari 2013 kreeg een Zweedse man als eerste ter wereld een klikprothese voor zijn onderarm met directe aansluiting op niet alleen zijn bot, maar ook op spieren en zenuwen. Ruim 1,5 jaar later zijn de effecten nog steeds stabiel. Onderzoeker Max Ortiz-Catalan en zijn collega’s schrijven er deze week over in Science Translational Medicine.

Bij een klikprothese wordt de prothese direct aan het bot bevestigd. De patiënt ‘klikt’ zijn prothese via een opening in de huid vast aan een metalen, in het beenmerg gelegen, pen in het bot. Doordat de prothese direct vast zit aan het skelet is er geen prothesekoker meer nodig. Hierdoor zakt de prothese niet af, ontstaan er geen huidproblemen zoals transpiratie en irritatie, en is aan- en uittrekken heel eenvoudig. Bij de klikprotheses die nu beschikbaar zijn voor patiënten worden er echter geen zenuwen en spieren aangesloten. In de nieuw geteste prothese van Ortiz-Catalan gebeurde dat wel, met behulp van onderhuids geplaatste elektrodes.

Gevoelskaart van het brein
Het is al langer mogelijk om patiënten met een onderarmprothese weer dingen te laten ‘voelen’ in het lab. Dat gebeurt met geïmplanteerde elektrodes die om een bundel zenuwcellen in de huid van de bovenarm liggen, een beetje zoals een onderhuidse armband. Daardoor beschadigen de zenuwen nauwelijks, in tegenstelling tot wanneer je de elektrode direct in de zenuw brengt. In het lab worden de elektrodes verbonden met een computersysteem.



Een Amerikaanse onderzoeksgroep onder leiding van Dustin Tyler, schrijft over de successen met deze elektrodes in hetzelfde nummer van Science Translational Medicine. De wetenschappers volgden twee patiënten respectievelijk 2,5 en 1,5 jaar. Patiënt één, Igor Spetic, verloor vier jaar geleden zijn rechterhand. Al voordat hij zijn hand verloor, liet hij anderen watten voor hem pakken. De structuur gaf hem kippenvel. Inmiddels krijgt hij kippenvel als een onderzoeker met een watje over zijn handprothese wrijft terwijl hij zelf geblinddoekt is. Dat watje voelt hij niet. Maar zijn brein herkent de aanraking onmiddellijk. Dat komt omdat een computer elektrische signalen naar de zenuwbundels in zijn arm en stuurt die de signalen weer doorgeeft aan het brein. De delen in zijn brein die gevoel in de hand waarnemen, worden als het ware gereactiveerd. Volgens Tyler maakt iedereen een ‘gevoelskaart’ in zijn brein aan waarmee je een bepaalde input kunt koppelen aan een gevoel dat je eerder hebt gehad. Sommige delen daarvan staan bij patiënten met een amputatie ‘uit’, maar kunnen met behulp van de elektrodes worden gereactiveerd.

Geen fantoompijn meer
Door de jaren heen hebben de wetenschappers verschillende elektrische patronen voor hun computersysteem ontwikkeld. Het brein herkent die verschillende signalen als aanraking met verschillende structuren. Zo kan Spetic nu schuurpapier onderscheiden, een geribbeld oppervlak en heeft hij meer controle over zijn knijpkracht in bijvoorbeeld een druif. Met behulp van de drie elektrodes kan hij op negentien verschillende plekken in zijn hand weer ‘voelen’. 'Als ik verbonden ben met de computer is het heel makkelijk om een druif te pakken, maar als hij uit staat, produceer ik veel druivensap', zegt de patiënt in een persbericht van Case Western Reserve University, die de techniek ontwikkelde. Groot bijkomend voordeel is dat Spetic geen last meer heeft van fantoompijn. Ook de tweede patiënt, Keith Vonderhuevel, geeft aan dat die pijn bijna verdwenen is. Nadeel van de techniek van Tyler is dat patiënten alleen in een lab kunnen voelen maar Tyler is hoopvol dat hij over een paar jaar zo ver is dat er een systeem is dat patiënten mee naar huis kunnen nemen.

Dat kan al bij de techniek van onderzoeker Ortiz-Catalan. Zijn patiënt, een vrachtwagenchauffeur uit Noord-Zweden, kan sinds de operatie zelfs de veters van zijn kinderen weer strikken en eieren pakken. De interface die hij kreeg, werkt twee kanten op; het kan zowel signalen van de prothese naar het brein sturen als ze ontvangen. Bij de methode van Ortiz-Catalan sluiten de wetenschappers de elektrodes ook op de ‘armband’-manier op de zenuwen aan. Daarnaast brengen ze elektrodes in contact met de spieren. Door de directe verbinding kan de patiënt zijn prothese preciezer bewegen en daardoor makkelijker kleine objecten pakken. Door de korte afstand tussen bron en elektrode kan activiteit van andere spieren de signalen niet verstoren. Hierdoor heeft de patiënt meer controle. Ook Ortiz-Catalan is optimistisch over de toekomst en hoopt dat zijn methode op korte termijn voor meer patiënten beschikbaar komt.

Veelbelovend
Alhoewel het nog maar om drie proefpersonen en hun observaties gaat, zijn de resultaten veelbelovend te noemen, vinden ook de twee auteurs van een beschouwend artikel dat in dezelfde editie van Science Translational Medicine verscheen. Ook revalidatiearts Henk van de Meent uit het Nijmeegse Radboudumc is enthousiast. Samen met traumachirurg Jan Paul Frölke past hij als enige arts in Nederland de klikprothese toe bij mensen met een beenamputatie. En een paar maanden terug plaatsten ze succesvol de eerste armklikprothese. Van de Meent: ‘Ik vind de resultaten geweldig fraai. Voor een beenprothese zijn ze minder relevant omdat je in je been een minder fijne motoriek nodig hebt. Met een been moet je voornamelijk kunnen staan en lopen. Daar heb je minder geavanceerde techniek voor nodig, de huidige computergestuurde beenprothesen voorzien hier al in. Maar voor de armklikprothese zijn dit prachtige resultaten en ik denk dat een toepassing voor een grotere patiëntengroep niet ver weg is.’

Bron: Eos Wetenschap

vrijdag 17 oktober 2014

Sensor moet pijn bij prothese voorkomen

Een 'tweede huid' met een sensor die druk meet, moet voorkomen dat mensen met een prothese pijn hebben doordat deze schuurt tegen hun ledematen.
 
Onderzoekers van Southampton University ontwikkelden de sensor, die ervoor moet zorgen dat er geen zweren ontstaan, meldt de BBC.


Sensor moet pijn bij prothese voorkomen

Veel mensen met een kunstbeen hebben er last van dat deze schuurt op de plek waar hij is aangesloten. De sensor wordt in de aansluiting geplaatst en stuurt vervolgens gegevens door naar de onderzoekers, die aanpassingen kunnen maken op basis van de druk en wrijving die wordt gemeten.

De sensoren zijn mogelijk over drie jaar al beschikbaar onder het nationale gezondheidszorgstelsel NHS in Groot-Brittannië.

In de toekomst willen de onderzoekers ook een systeem ontwikkelen die dat soort aanpassingen direct en automatisch kan maken. Ook wordt gekeken naar andere manieren om de sensor te gebruiken.

"Dit is een platformtechnologie, en we verwachten dat het bruikbaar zou kunnen zijn in veel andere sectoren van de gezondheidszorg, zoals slimme schoenzolen voor mensen met diabetes, of rolstoelen en matrassen - overal waar het lichaam wrijft", aldus onderzoeker Liudi Jiang.

Door: NU.nl/Jeroen Kraan

Beeld: Getty Images

maandag 6 oktober 2014

Veel patiënten met een kunstarm gebruiken de prothese niet

Zó jammer dat er over al bekende feiten eerst jarenlang wetenschappelijk onderzoek gedaan moet worden. Kost tijd en geld dat beter besteed had kunnen worden aan een oplossing!
Maar ja, een probleem is pas een probleem als de wetenschap dat zegt.

Bijna de helft van de patiënten bij wie een kunstarm is aangemeten, gebruikt die armprothese niet of nauwelijks, blijkt uit promotie-onderzoek van Hanneke Bouwsema aan het UMC Groningen.

kunstarm, prothese, armprothese,

Slechts 60 tot 80 procent van de armprotheses wordt echt gebruikt. Bouwsema ontwikkelde een trainingsrichtlijn om het gebruik van de kunstarm te verhogen. Deze richtlijn kan ergotherapeuten helpen om prothesegebruikers beter te begeleiden.

Het onderzoek

Om het revalidatieproces gericht te kunnen sturen, onderzocht Bouwsema eerst hoe mensen leren omgaan met een armprothese en welke moeilijkheden ze daarbij ondervinden. Daarvoor verrichtte ze metingen van de bewegingen van ervaren prothesegebruikers en ging ze na welke factoren bepalend zijn voor het vaardigheidsniveau van de gebruikers. Tot slot bestudeerde ze het leerproces in de revalidatieperiode.

 Prothesesimulator

Om meer metingen mogelijk te maken, voerde de promovenda een deel van de studies uit met een prothesesimulator. Dat is een prothese voor mensen zonder armamputatie. Er werd geoefend met reiken, grijpen en fixeren, en het doseren van de hoeveelheid grijpkracht – een van de moeilijkst te controleren aspecten van het dragen van een prothese.

 Bron: Gezondheid & co