Maar ja, een probleem is pas een probleem als de wetenschap dat zegt.
Bijna de helft van de patiënten bij wie een kunstarm is aangemeten, gebruikt die armprothese niet of nauwelijks, blijkt uit promotie-onderzoek van Hanneke Bouwsema aan het UMC Groningen.
Slechts 60 tot 80 procent van de armprotheses wordt echt gebruikt. Bouwsema ontwikkelde een trainingsrichtlijn om het gebruik van de kunstarm te verhogen. Deze richtlijn kan ergotherapeuten helpen om prothesegebruikers beter te begeleiden.
Het onderzoek
Om het revalidatieproces gericht te kunnen sturen, onderzocht Bouwsema eerst hoe mensen leren omgaan met een armprothese en welke moeilijkheden ze daarbij ondervinden. Daarvoor verrichtte ze metingen van de bewegingen van ervaren prothesegebruikers en ging ze na welke factoren bepalend zijn voor het vaardigheidsniveau van de gebruikers. Tot slot bestudeerde ze het leerproces in de revalidatieperiode.Prothesesimulator
Om meer metingen mogelijk te maken, voerde de promovenda een deel van de studies uit met een prothesesimulator. Dat is een prothese voor mensen zonder armamputatie. Er werd geoefend met reiken, grijpen en fixeren, en het doseren van de hoeveelheid grijpkracht – een van de moeilijkst te controleren aspecten van het dragen van een prothese.Bron: Gezondheid & co
Geen opmerkingen:
Een reactie posten