Stel: u raakt een arm kwijt. Zou het dan niet geweldig zijn als uw lichaam ervoor zorgt dat er een nieuwe arm groeit? Het klinkt heel wonderlijk, maar diverse soorten in de natuur zijn tot regeneratie in staat. Een bekend voorbeeld is de hagedis, die wanneer hij zijn staart kwijtraakt een nieuwe kan laten groeien. Maar ook verschillende soorten wormen zijn tot regeneratie in staat. Wetenschappers bestuderen deze soorten al jaren, in de hoop te achterhalen hoe regeneratie precies werkt en waarom de ene soort wel kan regenereren, terwijl de andere er niet toe in staat is.
Nog een vraagje
Een andere prangende vraag die onderzoekers graag beantwoord willen zien, is de vraag of het mogelijk is om soorten die niet kunnen regenereren zo aan te passen dat ze wel tot regeneratie in staat zijn. Wetenschappers van het Max Planck Instituut gingen met die vraag aan de slag en tonen nu aan dat het inderdaad mogelijk is om een dier dat een bepaald lichaamsdeel niet kan regenereren heel eenvoudig aan te passen en zo in staat te stellen om dat lichaamsdeel wel te regenereren.
De onderzoekers werkten met platwormen: Schmidtea mediterranea en Dendrocoelum lacteum. De platworm Schmidtea mediterranea staat bekend om zijn regeneratieve vermogens. “We kunnen de worm in 200 stukjes snijden en dankzij regeneratie wordt elk stukje een nieuwe worm,” legt onderzoeker Jochen Rink uit. Heel anders vergaat het de platworm Dendrocoelum lacteum: nauw verwant aan S. mediterranea, maar niet in staat om een nieuw hoofd te regenereren. “Wat is het verschil tussen de twee?” vroegen de onderzoekers zich af.
Nieuw hoofd
Ze bestudeerden de genen van de twee soorten en richtten zich daarbij met name op het netwerk van genen dat betrokken is bij het regenereren van een hoofd. Dit netwerk bleek bij D. lacteum inderdaad net ietsje anders te zijn dan bij S. mediterranea. De onderzoekers zetten één moleculair ‘knopje’ om en keken wat er gebeurde wanneer D. lacteum zijn hoofd kwijtraakte. D. lacteum bleek plots in staat te zijn om zijn hoofd te regenereren. En D. lacteum kon dat overal op zijn lichaam doen. Zelfs wanneer hij vlak bij de staart doormidden werd gesneden.
De wetenschappers zagen het met verbazing gebeuren. “We dachten dat we honderden verschillende knopjes om zouden moeten zetten,” vertelt Rink. Maar blijkbaar was het niet zo ingewikkeld. Overigens wil dat niet zeggen dat regeneratie nu voor alle soorten binnen handbereik is. “We hebben aangetoond dat we door aan elkaar verwante soorten met elkaar te vergelijken, inzicht kunnen krijgen in waarom sommige dieren wel en andere dieren niet aan regeneratie doen. Dat is een belangrijke eerste stap.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten