Te lezen op Scientias:
Het is iets mysterieus: fantoompijn, oftewel pijn in een
lichaamsdeel dat mensen zijn kwijtgeraakt. Een nieuw onderzoek lijkt het
mysterie een beetje te ontrafelen. De fantoompijn lijkt samen te hangen
met verstoorde verbindingen in het brein.
Onderzoekers van de universiteit van Oxford verzamelden achttien
mensen bij wie een (onder)arm was geamputeerd. Ondanks dat het voor deze
proefpersonen gemiddeld al achttien jaar geleden was dat ze het
lichaamsdeel waren kwijtgeraakt, ervoeren ze allemaal in meer of mindere
mate fantoompijn. Naast deze groep proefpersonen verzamelden de
onderzoekers ook elf mensen die met één hand geboren waren en een
controlegroep, bestaande uit 22 volwassenen die alle ledematen nog
hadden.
Experiment
De onderzoekers onderwierpen de proefpersonen aan een MRI-scan. Terwijl
de proefpersonen in de scan lagen, kregen ze de opdracht zich in te
beelden dat ze de vingers aan hun (missende) arm bewogen. De hersenscan
stelde de onderzoekers in staat om te achterhalen hoe de (missende) arm
in het brein vertegenwoordigd werd.
Beeld
Uit het onderzoek blijkt dat het brein een ledemaat niet snel vergeet.
Ook al was de arm er al een tijdje niet meer: deze bleef in het brein
vertegenwoordigd. Maar de herinnering aan de arm was lang niet bij alle
proefpersonen even sterk. Hoe sterker het beeld dat het brein van de arm
had, was, hoe ernstiger ook de fantoompijn waar de proefpersonen mee te
maken hadden. “We waren verbaasd toen we ontdekten dat de reactie van
het brein (op de opdracht om de vingers te bewegen, red.) van
proefpersonen die een amputatie hadden ondergaan en sterke fantoompijn
ervoeren, vrijwel niet te onderscheiden was van de reactie van mensen
die beide armen nog hadden,” vertelt onderzoeker Tamar Makin.
Verbindingen
De proefpersonen die een amputatie hadden ondergaan, bleken in het deel
van het brein dat het missende ledemaat aanstuurde, over het algemeen
minder grijze stof (de verwerker van informatie) te hebben dan
proefpersonen die beide armen nog hadden. Maar weer gold: hoe intacter
dit deel van het brein was, hoe ernstiger de fantoompijn. Ondanks dat de
structuur van het deel van het brein dat het missende ledemaat
aanstuurde bij mensen met ernstige fantoompijn in betere staat was,
bleken de verbindingen met andere delen van het brein bij deze mensen
juist meer verstoord te zijn. Zo bleek met name de representatie van de
missende hand in het brein niet synchroon te lopen met de representatie
van de andere hand aan de andere zijde van het brein. “De meeste mensen
ervaren fantoompijn nadat een ledemaat is geamputeerd,” stelt Makin. In
zo’n situatie komt de fysieke toestand (een arm die mist) niet overeen
met de ervaren toestand (een arm die zeer doet). En dat lijkt verband te
houden met verstoorde verbindingen in het brein. “Er lijken minder
verbindingen te zijn tussen het deel van het brein dat het missende
ledemaat aanstuurt en de rest van de hersenschors die betrokken is bij
bewegingen.”
De onderzoekers hopen dat hun onderzoek er uiteindelijk toe leidt dat
fantoompijn effectief behandeld kan worden. Ze hopen in een toekomstig
onderzoek te achterhalen of het misschien mogelijk is om met
hersenstimulatie de verbindingen tussen het deel van het brein dat het
missende ledemaat aanstuurt en de hersenschors te verbeteren en zo de
fantoompijn weg te nemen.
Afbeelding: Scientias
Geen opmerkingen:
Een reactie posten