Onze
ervaring is dat heel veel mensen met een beperking dolgraag willen
werken, maar niet aan de bak komen. Daarnaast is er ook een grote groep
die de moed heeft laten zakken. Ze hebben bijvoorbeeld nooit een vaste
baan kunnen vinden en hebben daaraan het idee overgehouden: werkgevers
zitten niet op mij te wachten. En vaak klopt dat ook!
Het gevolg is dat voor veel van deze mensen, leven met een uitkering normaal is geworden; ze kunnen zich bijna geen ander leven meer voorstellen.
Combinatie van factorenDaar komt bij dat niet alleen werkgevers weinig happig zijn geweest om ze aan de slag te helpen, ook het onderwijs heeft enorme steken laten vallen. Het speciaal onderwijs heeft bijvoorbeeld in het verleden veel te weinig gedaan om kinderen met een beperking op te leiden voor de arbeidsmarkt. Ook hierdoor kregen mensen al heel vroeg het signaal ‘werken is voor mij niet weggelegd’.
De cijfers laten, volgens ons, dus vooral zien dat de afstand tot de arbeidsmarkt voor veel mensen met een arbeidshandicap heel groot is. Daarom is het ook absoluut noodzakelijk dat er meer gebeurt dan alleen het invoeren van een quotum. Er moet vooral goede ondersteuning beschikbaar zijn, om mensen naar en tijdens het werk te begeleiden. Gemotiveerde mensen die willen werken moeten ook kunnen werken.
WAO-erfenis uit het verleden
Verder is het heel belangrijk om je te realiseren, dat de cijfers van het CBS heel sterk gekleurd zijn door de oude WAO-problematiek. In de jaren tachtig en negentig werden ontzettend veel mensen in de toenmalige arbeidsongeschiktheidsregelingen geparkeerd: de WAO en de oude Wajong. Iedereen werkte daaraan mee: werkgevers, bonden en - voor een deel - de mensen zelf ook. Veel mensen uit deze oude arbeidsongeschiktheids-populatie hebben zich als het ware verzoend met een bestaan met een uitkering en kunnen ook nauwelijks meer geloven dat ze ooit nog aan de slag komen. Deze ‘oude groep’ zorgt er vooral voor dat het cijfer van mensen die niet willen werken zo hoog is. Maar of die inderdaad ook allemaal niet willen werken is zeer de vraag. Velen uit deze groep kunnen zich geen werkend bestaan meer voorstellen.
Het mag niet zo zijn dat deze cijfers – gekleurd door de oude WAO-problematiek - er nu toe gaan leiden dat we niks doen voor een nieuwe generatie van mensen met een arbeidsbeperking, die voor het overgrote deel wel gemotiveerd is.
Er mag niet opnieuw een hele generatie worden afgeschreven, onder het mom dat men toch niet wil werken. En daarom is het van groot belang dat er eindelijk ook echt werk voor hen komt en dat de noodzakelijke ondersteuning en aanpassingen gegarandeerd zijn. Dus wat er boven alles nodig is, zijn banen!
Angelique van Dam
Directeur Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad Nederland
Bron: EO - De Vijfde Dag
Het gevolg is dat voor veel van deze mensen, leven met een uitkering normaal is geworden; ze kunnen zich bijna geen ander leven meer voorstellen.
Combinatie van factorenDaar komt bij dat niet alleen werkgevers weinig happig zijn geweest om ze aan de slag te helpen, ook het onderwijs heeft enorme steken laten vallen. Het speciaal onderwijs heeft bijvoorbeeld in het verleden veel te weinig gedaan om kinderen met een beperking op te leiden voor de arbeidsmarkt. Ook hierdoor kregen mensen al heel vroeg het signaal ‘werken is voor mij niet weggelegd’.
De cijfers laten, volgens ons, dus vooral zien dat de afstand tot de arbeidsmarkt voor veel mensen met een arbeidshandicap heel groot is. Daarom is het ook absoluut noodzakelijk dat er meer gebeurt dan alleen het invoeren van een quotum. Er moet vooral goede ondersteuning beschikbaar zijn, om mensen naar en tijdens het werk te begeleiden. Gemotiveerde mensen die willen werken moeten ook kunnen werken.
WAO-erfenis uit het verleden
Verder is het heel belangrijk om je te realiseren, dat de cijfers van het CBS heel sterk gekleurd zijn door de oude WAO-problematiek. In de jaren tachtig en negentig werden ontzettend veel mensen in de toenmalige arbeidsongeschiktheidsregelingen geparkeerd: de WAO en de oude Wajong. Iedereen werkte daaraan mee: werkgevers, bonden en - voor een deel - de mensen zelf ook. Veel mensen uit deze oude arbeidsongeschiktheids-populatie hebben zich als het ware verzoend met een bestaan met een uitkering en kunnen ook nauwelijks meer geloven dat ze ooit nog aan de slag komen. Deze ‘oude groep’ zorgt er vooral voor dat het cijfer van mensen die niet willen werken zo hoog is. Maar of die inderdaad ook allemaal niet willen werken is zeer de vraag. Velen uit deze groep kunnen zich geen werkend bestaan meer voorstellen.
Het mag niet zo zijn dat deze cijfers – gekleurd door de oude WAO-problematiek - er nu toe gaan leiden dat we niks doen voor een nieuwe generatie van mensen met een arbeidsbeperking, die voor het overgrote deel wel gemotiveerd is.
Er mag niet opnieuw een hele generatie worden afgeschreven, onder het mom dat men toch niet wil werken. En daarom is het van groot belang dat er eindelijk ook echt werk voor hen komt en dat de noodzakelijke ondersteuning en aanpassingen gegarandeerd zijn. Dus wat er boven alles nodig is, zijn banen!
Angelique van Dam
Directeur Chronisch Zieken en Gehandicapten Raad Nederland
Bron: EO - De Vijfde Dag