Optillen en neerleggen
Probeer inspanning en belasting zo laag mogelijk te houden. Zodra uw kind op handen en voeten gaat kruipen, stimuleer het om zoveel mogelijk zelf te doen. Laat uw kind in een bedje klauteren, tegen uw benen opkruipen of naar beneden glijden. Een andere mogelijkheid is om het via een trapje of opstapje ergens op te laten kruipen. Zodra uw kind kan staan, bijvoorbeeld in de box, hoeft u het niet meer vanuit een liggende positie te tillen.
Houding
- Vóór het tillen is het verstandig dat u nadenkt of u dit kan voorkomen. U kunt gebruik maken van technieken waarbij u kunt rijden, schuiven of rollen. Het helpt ook om de ruimte zo efficiënt mogelijk in te richten. Zorg ervoor dat plekken waar uw kind heen moet, zo dicht mogelijk bij elkaar zijn. Of kijk of er een tussenstop mogelijk is.
- Probeer uw kind op te tillen aan het slaapzakje, een trappelzak of de galgen van een tuinbroekje, als u maar één hand kunt gebruiken.
Vanuit een liggende positie
Er zijn diverse mogelijkheden om uw kind vanuit ligstand op te tillen als u maar één arm kunt gebruiken, of verminderde kracht en coördinatie heeft.
- Eén is uw kind op de rug te leggen. Steek uw arm en hand tussen de beentjes door, achter de rug en nek en til het dan op.
- Vooral bij verminderde mobiliteit of kracht in de pols is deze methode ontlastend: schuif uw onderarm onder de billetjes, tot aan de elleboog. Ondersteun vervolgens met de andere arm ook het ruggetje, uw kind ‘zit’ nu op de onderarm.
- Een andere mogelijkheid is uw kind op de buik te leggen. Door uw armen onder de oksels van uw kind om de borst te leggen, kunt u het optillen.
- Schuif of rol uw kind op een doek en til vervolgens de doek op aan de vier punten.
- Als uw kind in bed ligt en de zijkant van het bed is niet weg te klappen, leg dan een kussen tegen de zijkant. Vervolgens schuift u uw kind ertegenaan en tilt het op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten